Voor de berekening van de erelonen worden volgende methoden toegepast:
Uurtarief: De meest gangbare manier van berekening van het ereloon is gebaseerd op het uurtarief.Voor tussenkomsten wordt een uurtarief van € 100 per uur (excl. BTW) aangerekend. Hiernaast worden transportkosten afzonderlijk aangerekend en wordt een forfait voorzien voor kantoorkosten.
Waardetarief: In meer bijzondere gevallen wordt een berekening op basis van het behaalde resultaat.De Balie van Antwerpen geeft volgende voorbeelden van berekening:
Van 0 tot 6.200 euro: 15 %;
Van 6.200 tot 49.500 euro: 10 %;
Van 49.500 tot 124.000 euro: 8 %;
Van 124.000 tot 248.000 euro: 6 %;
Meer dan 248.000 euro: 4 %.
Deze berekening wordt toegepast op het bedrag dat verdiend of uitgespaard kon worden en kan zowel voor een eisende als verwerende partij gebruikt worden.
Bepaalde argumenten (eenvoudigheid van dossier, kennelijk overdreven berekening, …) kunnen leiden tot een beperking van dit tarief.
Vast bedrag per prestatie: In uitzonderlijke gevallen wordt een vastgesteld bedrag aangerekend voor een bepaalde prestatie. Dit gebeurt bij eenvoudige dossiers zoals kleinere verkeersdossiers.
Incasso: Het ereloon en kostenforfait wordt bij overeenkomst afgesproken tussen partijen. Hierbij wordt rekening gehouden met de afstand van de bevoegde rechtbanken en de hoeveelheid dossiers die ter invordering aangeboden worden.